Actueel juni 2018

Nu president Jovenel Moïse meer dan een jaar aan de macht is, is het bilan negatief. Hij is zelf verwikkeld in corruptieschandalen. De inflatie neemt toe. De olieprijzen gaan waarschijnlijk nog maar eens verhoogd worden. Logisch dat werknemers dan een hoger loon willen. De politie krijgt het geweld van stadsbendes niet onder controle. Justitie werkt niet. Mensenrechtenactivisten worden bedreigd. Een dubbele roofmoord in de Dominicaanse Republiek die zou gepleegd zijn door Haïtianen zorgt voor een onrustig klimaat in de grensstreek.

Sinds de eedaflegging van Moïse, op 7 februari 2017, en het aantreden van de nieuwe regering is er nog geen enkele concrete maatregel genomen om de welig tierende corruptie tegen te gaan. Integendeel, de directeur-generaal van de centrale financiële inlichtingendienst, Sonel Jean-François, werd op een illegale en arbitraire manier ontslagen.

Sonel had in 2016 een rapport geschreven over een aantal verdachte financiële transacties van Jovenel Moïse tussen 14 verschillende bankrekeningen en dit van 5 maart 2007 tot 31 mei 2013. Hij heeft dit rapport verzonden naar de bevoegde instanties, waaronder het parket van Port-au-Prince. De reden voor zijn ontslag is dus niet ver te zoeken. Hij beschuldigde de huidige president van witwaspraktijken van grote sommen geld. Na het ontslag van Sonel werd een wet gestemd waardoor de centrale financiële inlichtingendienst werd ontmanteld.
De regering voert geen transparant financieel beleid. Het is bijvoorbeeld onduidelijk welke fondsen gebruikt worden voor het zogenaamde programma ‘Karavaan van de verandering’. De president en de regering kunnen ook geen concrete resultaten voorleggen op het vlak van de domeinen die door Jovenel Moïse prioritair werden genoemd bij zijn installatie als president.

Presidentialisme

In plaats van de instellingen die garant staan voor de rechtstaat, te ondersteunen is er een tendens tot ‘presidentialisme’, waarbij de president alle macht naar zich toetrekt en de beslissingen van de regering naar zijn hand zet. Zo werd een vertrouweling van ‘Tèt kale’, de politieke partij van de president, benoemd tot directeur-generaal van de dienst die de corruptie moet bestrijden. Het mandaat van de onafhankelijke expert van de Verenigde Naties die moet toezien op het respecteren van de mensenrechten werd niet verlengd. De president aarzelde zelfs niet om de speciale gezant van de Secretaris Generaal van de Verenigde Naties, de Amerikaanse Susan D. Page, op de vinger te tikken omwille van haar uitspraken over corruptie. Het is nochtans de taak van de MINUJUSTH, een missie van de Verenigde Naties, om de Haïtiaanse justitie te ondersteunen en duidelijk positie in te nemen in dossiers over corruptie.

President leidt politie

Eind mei waren er hevige protesten omdat de regering beslist had dat de directeur-generaal van de politie alle belangrijke beslissingen die hij wil nemen, eerst moet voorleggen aan een ‘Hoge raad van de politie’. Onder belangrijke beslissingen vallen onder andere de benoemingen en transfers binnen de politie. President en regering trekken ook hier alle macht naar zich toe. Verschillende politici en mensenrechtenorganisaties zeiden dat de grondwet verbiedt dat de president de politie leidt. De weg ligt nu open voor de machthebbers om overal in het land hun mannetjes te benoemen bij de politie en politieagenten die het niet eens zijn met hun visie te ontslaan.

Mensenrechtenactivisten bedreigd

In het huidige klimaat is het erg moeilijk om schendingen van de mensenrechten aan te klagen. Pierre Espérance, de directeur van de mensenrechtenorganisatie RNDDH, wordt met de dood bedreigd. In de nacht van 5 op 6 april gooiden onbekenden vlugschriften voor de lokalen van RNDDH waarin ze de organisatie een bron van verdeeldheid noemden die Haïti wil destabiliseren. Ze beschuldigden Pierre Espérance ervan deze organisatie te hebben gecreëerd om de ontwikkeling van het land te verhinderen. Ze verweten RNDDH ervan een dossier te hebben samengesteld waarin de huidige president, Jovenel Moïse, beschuldigd wordt van het witwassen van geld.

In de nacht van 9 op 10 april, rond 2 uur, werden de lokalen van RNDDH beschoten door onbekenden. Ze lieten een envelop achter waarin twee projectielen zaten en een dreigbrief gericht aan Pierre Espérance waarin stond dat hij de projectielen goed diende te bekijken en dat ze de volgende keer in zijn hoofd zouden belanden.

Op 11 april legde RNDDH klacht neer bij de politie van Port-au-Prince. Diverse mensenrechtenorganisaties vroegen aan de autoriteiten om hun verantwoordelijkheid op te nemen en een onderzoek te starten zodat degenen die achter de doodsbedreigingen zitten opgepakt en bestraft worden.

Onveiligheid

De politie slaagt er niet in om de veiligheid van alle burgers te garanderen. Maandelijks worden er gemiddeld 35 personen vermoord, wat neer komt op meer dan één moord per dag. Gedurende het eerste jaar van het presidentschap van Jovenel Moïse werden er 423 moorden gepleegd en waren er 11 gewapende aanvallen.

De politie gaat ook niet vrijuit. Er werden 804 klachten neergelegd bij de inspectie van de politie die gericht waren tegen politieagenten die de mensenrechten niet respecteerden.

De staatssecretaris bevoegd voor het veiligheidsbeleid kondigde in april aan dat de politiepatrouilles opgedreven zullen worden en dat er meer arrestaties en interventies zullen zijn om de veiligheid te garanderen, vooral in gebieden waar de misdaad welig tiert. Er zijn nogal wat criminele bendes actief. Ze gebruiken wapens die afkomstig zijn uit Jamaica en de Dominicaanse Republiek. De grens met de Dominicaanse Republiek wordt onvoldoende gecontroleerd, zodat er heel wat wapens ongemerkt de grens over gesmokkeld kunnen worden.

Gespannen sfeer aan de grens met de Dominicaanse Republiek

Op 12 maart werd in Pedernales, een Dominicaanse stad gelegen aan de grens met Haïti, een Dominicaans koppel vermoord. De misdaad zou gepleegd zijn door Haïtianen. De dag daarop reed een vrachtwagen met luidsprekers door Pedernales. De Haïtianen kregen een duidelijke boodschap: onmiddellijk de stad verlaten. Uit schrik voor represailles staken veel Haïtiaanse families de grens over. Meer dan 200 families kwamen terecht in het Haïtiaanse grensstadje Anse-à-Pitres. Ze spraken over geweld, fysieke agressie en huizen die in brand werden gestoken door woedende Dominicanen. Ook een Haïtiaanse vlag werd in brand gestoken. De Dominicaanse regering stuurde extra soldaten naar de grensstreek om de gemoederen te bedaren. Een binationale onderzoekscommissie moet worden samengesteld om de situatie te onderzoeken.

Volgens enkele Dominicaanse politici zouden sommigen door het oppoken van anti-Haïtiaanse gevoelens de aandacht willen afleiden van andere gevoelige dossiers, zoals het corruptieschandaal van het Braziliaanse bedrijf Odebrecht, dat verschillende Dominicaanse functionarissen zou omgekocht hebben om belangrijke infrastructuurcontracten binnen te halen.

Lichte aardbevingen

De afgelopen maanden waren er verschillende lichte aardschokken. De nationale instelling die de seismologische ontwikkelingen opvolgt, kreeg bijkomend materiaal dat gefinancierd werd door een samenwerkingsverband tussen Mexico, Spanje en de Inter-Amerikaanse ontwikkelingsbank.

Sinds januari waren er meer dan 7 lichte aardbevingen in Haïti, die een sterkte hadden van ongeveer 4,6 op de schaal van Richter. Vier ervan waren in de buurt van Nippes. De meeste Haïtianen weten niet dat Haïti regelmatig getroffen wordt door kleine aardbevingen, die men niet kan voelen maar die wel door seismologische apparaten geregistreerd worden.

De schokgolven doden geen mensen. De meeste slachtoffers komen om door instortende gebouwen. Op dit punt heeft de staat een belangrijke rol te spelen. De overheid moet criteria vastleggen waaraan gebouwen moeten voldoen. Er is daarvoor overleg nodig met de bouwsector. Op dit moment heeft men nog te weinig lessen getrokken uit de aardbeving van 12 januari 2010.

Seismologen waarschuwen dat in de komende jaren Haïti opnieuw getroffen kan worden door een zware aardbeving. Men mag er niet onverschillig tegenover staan.

Sterke inflatie

De inflatie bedraagt meer dan 13%. Vele Haïtiaanse huishoudens komen met moeite rond. Op 21 en 22 mei manifesteerden duizenden arbeiders in Port-au-Prince. Ze eisten een minimumloon van 1000 gourdes (voor 1 Amerikaanse dollar krijgt men ongeveer 65 gourdes). Een presidentieel arrest van juli 2017 legde het minimale dagloon vast op 350 gourdes, terwijl de werknemers toen 800 gourdes vroegen.

Er is ook sociale onrust ontstaan omdat de regering eind juni de brandstofprijzen gaat verhogen. In een nieuw programma van het IMF, het Internationaal Muntfonds, dat goedgekeurd werd door de Haïtiaanse regering, zou overeen gekomen zijn dat de regering de brandstofprijzen gaat verhogen.

In mei 2017 was er al een significante verhoging van de brandstofprijzen, met als gevolg dat alle levensnoodzakelijke producten duurder werden. Camille Chalmers, de directeur van PAPDA, een organisatie die pleit voor een alternatieve ontwikkeling, verklaarde dat een verhoging van de brandstofprijzen een grote vergissing zou zijn. Deze maatregel zou leiden tot sociale onrust. Het Haïtiaanse volk, dat al gemarginaliseerd en uitgebuit wordt, moet niet opdraaien voor het onverantwoord handelen van de autoriteiten. Volgens hem zijn er alternatieven. Zo zou men de taksen kunnen verhogen op elke transactie waarbij dollars worden gewisseld in gourdes. Men kan de taks verhogen op tabak en alcohol en men kan besparen op de uitgaven van de staat.

Raoul Peck

De gekende Haïtiaanse cineast Raoul Peck, ontving in Parijs de César voor de beste documentaire van het afgelopen jaar. In de documentaire ‘I am not your Negro’ vertrekt Raoul Peck vanuit een onuitgegeven tekst van James Baldwin. De documentaire gaat over de strijd van de zwarte Amerikanen voor burgerrechten in de periode van de moorden op Medgar Evers, Malcolm X en Martin Luther King. De documentaire kreeg eerder al de prijs voor beste documentaire van de Britse Academie van Film- en Televisiekunsten. Hij viel ook in de prijzen van de festivals van Berlijn, Toronto, Philadelphia en Chicago.

Bart Van Malderen
3 juni 2018

Meer artikels uit deze rubriek